Eindelijk was het zover: de Marathon van Zeeuws Vlaanderen. Ik had er lang naar toegeleefd. Sinds Carnaval bijna geen alcohol, goed getraind, gezond gegeten en geprobeerd om genoeg rust te nemen. Een prima voorbereidingstraject dus. En dat zou moeten resulteren in een prima marathon. Vorig jaar was ik (in mijn allereerste marathon) net binnen de 4 uur geëindigd, dit jaar (mijn 3e marathon) zou een snellere tijd wel mogelijk moeten zijn. Optimistisch als altijd dacht ik dat een tijd van rond de 3 uur en 50 minuten wel moest kunnen.
De week vooraf had ik het vrij druk op het werk, veel lopen, veel staan en mijn benen voelden ook al de hele week vermoeid. Verder heb ik tijdens de marathon ook wel een paar fouten gemaalt. Om te beginnen de start. Ik wilde zeker niet te snel vertrekken dus ik stond nogal achteraan in het startvak. Maar dat resulteert er wel in dat je de eerste 2 km amper 9 km/u kan lopen. Daarbij al een noodzakelijke sanitaire stop na 3 km en je loopt direct al 3 minuten achter op je geplande schema. Verder was het vrij warm, warmer dan ik had verwacht. Onderweg veel gedronken, dus dat was op zich wel goed (met dank aan Marco die weer meefietste!). De sponzen had ik vorig jaar overgeslagen en in eerste instantie was ik dat nu ook van plan. Totdat ik een loper zag die de spons in zijn nek had gelegd, onder zijn shirt geklemd. Dat leek me wel handig met dit weer. In Axel bij de bevooradingspost volgde ik zijn voorbeeld. Slecht plan, zo bleek: de spieren in mijn nek en schouders verstijfden helemaal. Op dat moment zat er zo'n beetje 25 km op en ik zat nog op een schema van onder de 4 uur. Toch vermoedde ik daar al dat het er niet in zat vandaag. Mijn heup voelde ik al een tijdje en ik wist dat er onherroepelijk een moment zou komen dat ik zou moeten wandelen. Vorig jaar was dat rond de 33 km bij het eiland van Meijer. Dat moest dit jaar toch beter gaan. Gelukkig, het eiland van Meijer kwam ik goed over, maar wat een slecht weggetje vanaf daar terug naar het fietspad. Ik wist dat een eind verder Vera, Max en Kim zouden staan om mij aan te moedigen.Daar verslappen was dus ook geen serieuze optie. Mijn benen protesteerden redelijk, maar tot een eindje voorbij het 35 km-punt hield ik het vol. Ik zat daar ongeveer op een tijd van 3 uur 20, en met nog 7 km te gaan wist ik dat ik dus niet binnen de 4 uur zou finishen, tenzij ik in één stuk zou kunnen blijven hardlopen. Helaas, dat was toch teveel van het goede.
Tandsjen Bei stond net als vorig jaar net voor de finish te spelen. Vera, Max en Kim stonden me ook op te wachten met bloemen en een medaille (van de Graafjansfeesten 2008, dankjewel Kim!). Die kon ik op mijn gemak in ontvangst nemen, want de tijd deed er toch niet meer toe. Tandsjen Bei had intussen Spidi ingezet, ik zette aan voor de laatste 200 meter en heel Tandsjen Bei liep (spelend) mee tot aan de finish. Dat was natuurlijk wel super. Frank haalde me zelfs met sousafoon over zijn schouder in!
Geen supertijd dus: 4:10'43", in eerste instantie een beetje teleurgesteld, maar een dag later kijk ik toch vooral met een goed gevoel terug. Het evenement was goed georganiseerd, het parcours is schitterend, ik werd aangemoedigd door vrouw en kinderen en tot slot word ik door mijn eigen dweilband de finish overgeblazen. Geweldig, toch.