Eindelijk was het zover: de Grote Dag. 17 April 2010, de dag dat ik mijn eerste marathon zou lopen. Mijn voornaamste doel was uitlopen, mijn volgende doel was om dat ook nog binnen de vier uur te doen. Ambitieus misschien voor een debuut, wetende dat 16 km van het parcours onverhard is. Aan de andere kant: ik hou mezelf altijd voor dat zolang de lat op 2 meter ligt er nooit 2 meter 10 gesprongen wordt...
Gelukkig had ik vrij goed geslapen, dat was al een goed begin. Vroeg opgestaan om minstens drie uur voor de start een goed ontbijt naar binnen te werken: Brinta met veel suiker. Daarna nog maar een uurtje terug in bed gegaan, want beneden deed ik niks anders dan een beetje doelloos heen en weer lopen, want alles lag al gereed.
Onderweg naar Hulst kwam ik er achter dat ik mijn tas vergeten was. Geen drama, in mijn tas zaten alleen spullen voor na de finish. Even naar huis gebeld naar Vera, vandaag niet alleen supporter maar ook een beetje logistiek manager, dus dat werd snel opgelost. Eenmaal op de markt zag ik al een flinke menigte: heel veel lopers, begeleiders, verkeersregelaars, pers en kijkers. De weersverwachting was goed en Marco was paraat op de mountainbike om me te voorzien van drank en de broodnodige gelletjes. De Sjores Ambras Band toeterde er al vrolijk op los en ik bedacht me dat ik me heel goed had voorbereid. Bijna 1200 trainingskilometers sinds juni, de laatste week steeds op tijd in bed, massages door Ambrose, koolhydraatarm aan het begin van de week, daarna koolhydraatrijk. Veel water gedronken de dagen voor de marathon. Samen met Marco het hele parcours doorgesproken. Ik denk niet dat ik ooit voor iets zoveel heb gedaan en gelaten.
Het plan was om met 11 km/u te vertrekken en dit zo'n 3 uur vol te houden. Daarna zou het tempo ongetwijfeld iets zakken. Als ik dan nog een uurtje gemiddeld 9 km/u zou kunnen lopen was ik precies binnen de vier uur binnen. Uiteraard liep het iets anders. Ik vertrok te snel, ik had het idee dat ik lekker aan het lopen was, maar na 5 km lag ik al zo'n anderhalve minuut voor op schema. Dus moest het tempo iets zakken. Dat ging eigenlijk nog niet zo gemakkelijk. Pas na de 20 km ging het tempo beetje bij beetje naar beneden. Onderweg zag ik hier en daar wat bekenden die me luidkeels aanmoedigden. Alle keren als er iemand riep: "Gaat het nog?" , stak ik mijn duim op, ook op de momenten dat ik me niet goed voelde. En dat was eigenlijk al een stuk sneller dan ik had gedacht. Al op 19 km kreeg ik de eerste steken in de zij. Op 25 km begonnen mijn benen ook zeer te doen. Tot 33 km ben ik doorgerend. Daar begon het "Eiland van Meijer", een stuk waarvan vooraf al werd gezegd dat het zwaar zou zijn. Ik moest net een gelletje tot me nemen op dat punt, maar ik zag het even niet zitten om dat nog rennend te doen. Een stukje wandelen dus, eigenlijk veel eerder dan ik had gepland, maar het ging even niet anders.
Na het "Eiland van Meijer" ben ik nog een paar kilometer achter mijn collega Johan aangelopen, maar iets na de 35 km moest ik hem laten gaan. Het hardlopen werd stilistisch er niet mooier op en af en toe moest ik toch weer even een stukje wandelen. Met één oog op de stopwatch probeerde ik in te schatten hoe ver ik van de finish was, want er stonden geen bordjes elke kilometer. Intussen probeerde ik te berekenen in welk tempo ik het laatste stuk zou moeten afleggen. Toen ik op ongeveer 39 km was wist ik dat binnen de vier uur mogelijk zou zijn, maar dan mocht ik niet meer wandelen. Het hardlopen moest niet meer echt hard zijn, maar ik mocht zeker niet gaan wandelen. Tegen het einde zag ik iets verderop een bordje staan. Ik kon het nog niet lezen, maar ik dacht dat het het 41 km-punt was. Op mijn stopwatch zag ik dat ik nog ongeveer zes minuten had. Shit, dat ga ik niet halen, nog 1200 meter in zes minuten, dat is 12 km/u wist ik. Dat is een snelheid die ik aankan, maar niet nu. Iets dichter bij het bordje zag ik dat er geen 41 km stond, maar "laatste km" ! Dat was dus 1000 meter in zes minuten, dus 10 km/u, een snelheid die ik makkelijk aan moest kunnen. Het zag er waarschijnlijk niet meer uit, maar voor mijn gevoel trok ik nog een sprintje. Toen ik de laatste bocht doorkwam zette Tandsjen Bei "Spidi" in. Op de markt zag ik de klok op 3 uur 59 minuten en 12 seconden staan. Nu voelde ik niks meer, ik versnelde nog meer, nam haastig de bloemen aan van mijn dochter en sprintte de markt op. Over de finish zag ik dat ik iets binnen de vier uur gefinished was. Mijn eerste marathon uitgelopen en ook nog binnen de vier uur! De precieze tijd wist ik toen nog niet, maar later zag ik dat het 3 uur 59 minuten en 34 seconden was. Voor mezelf een prima tijd voor een debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten