Afgelopen weekend was de zesde editie van de Marathon Zeeuws-Vlaanderen en voor mij de vijfde keer dat ik hieraan meedeed. Het was ook nog mijn tiende marathon en voor dit soort van jubileum had ik grootse plannen. De omstandigheden waren goed, de voorbereiding was ook vrij redelijk en ik had het gevoel dat een PR er wel in kon zitten. Samen met Aschwin stond ik aan de staart, allebei met dezelfde missie : een tijd onder de 3 uur 30'. Voortvarend gingen we van start met het voornemen om de eerste 10 km in ongeveer 49'te lopen. Na 8 km moest ik een (ingecalculeerde) sanitaire stop maken. Aschwin liep intussen verder maar met een kleine versnelling was ik er snel terug bij. Blijkbaar waren we toch iets te enthousiast gestart want bij het 10 km-punt aangekomen gaf mijn stopwatch 46'37" aan.
Voor mij was dit tempo veel te hoog, maar Aschwin zat er heel lekker in, dus net na de 10 km moest ik Aschwin laten gaan. Enkele kilometers verder nam ik een energy-gel, die compleet verkeerd viel. Kramp links en rechts haalde het tempo er even helemaal uit. Voor we Heikant inliepen leek ik hersteld en ging de snelheid weer iets omhoog. Even een rondje door Heikant en een eindje verderop de polder in. Een klein stukje zat de wind schuin tegen, maar toen ik linksaf richting halve marathon ging waaide het lekker in de rug. Op het halve marathon-punt stond de stopwatch op 1 uur 38' , dus ik zat nog ruim 7 minuten voor op schema, maar toch had ik al het gevoel dat 3 uur 30' nog heel erg moeilijk zou worden. Op 25 km (foto boven) gingen de duimen nog omhoog, maar ik voelde de kilometertijden al oplopen. Op 30 km (bij Schapenbout) dacht ik al voor het eerst aan wandelen, maar met de gedachte dat Vera, Max en Kim een eindje verder zouden staan wilde ik dat toch nog even uitstellen. In een matig tempo passeerde ik hen en ging ik op weg richting Margrette. Een plaatsje waar je zo door bent, maar met de beste supporters van het hele marathon-parcours. Ludieke spandoeken, een dweilorkest en luidkeelse aanmoedigingen voor iedere loper geven je toch weer een oppepper, al is het maar voor even. Net na Margrette was ik toe aan mijn eerste wandelpauze. Intussen had ik ook nog een tweede energy-gel naar binnen gewerkt, weer gevolgd door steken in de zij. Misschien moet ik dit toch ook weer in trainingen gaan doen, zoals ik voor eerdere marathons deed. Het eiland van Meijer bij Spui probeerde ik hardlopend af te werken, maar ook dat lukte niet helemaal. Iets voorbij het eiland van Meijer lag het 35 km-punt en ik zag dat ik nog precies op een schema van 3 uur 30' zat, maar dan moest ik wel nog 7 km hardlopend aan 12 per uur afleggen. Dat ging uiteraard niet lukken en vanaf het moment dat je weet dat je je doelstelling niet haalt is het ook een stuk moeilijker om jezelf helemaal te geven. Intussen deed zo'n beetje heel mijn lijf pijn. Het begon met de bovenbenen, later de kuiten, uiteindelijk leek het of heel mijn benen brandden. Zelfs mijn buikspieren deden pijn. De laatste 7 km werden hardlopend-wandelend-hardlopend afgelegd waarbij de wandelgedeelten langzaam de overhand kregen. Wat was ik blij dat de finish in zicht kwam. Links zag ik net voor de finish mijn vader en ome Karel staan, maar daardoor miste ik wel de bloemen waar Kim rechts mee gereed stond.
Mijn netto-tijd vond ik 's avonds op internet terug: 3 uur 41'01". Mijn op twee na beste tijd, dus op zich niet zo slecht. Het gevoel dat de eerste dagen na de marathon overheerste was echter dat ik het niet goed gedaan had. Als je naar de tussentijden kijkt is het duidelijk dat ik enorm slecht gedoseerd heb. Het eerste deel in ongeveer 1 uur 38' ( rond de 12,8 km/u) en het tweede deel in 2 uur 3'(minder dan 10,5 km/u). Een verval van 25 minuten, dat is echt veel te veel. Maar goed marathon nummer 10 is binnen en ik heb weer wat geleerd...
Je had gewoon pech met die krampen. Misschien eens een ander merk gelletje gebruiken.
BeantwoordenVerwijderenLaten we gewoon afspreken dat je de volgende keer wél onder die verrekte 3:30 uur duikt. Deal?
Het is weer aan jou om het 'familie-record' te heroveren ;-)